Hoe maak en leer je frans?

 

huiswerk maken:

 

De boeken voor Frans werken met (informatie)bronnen.

De tekst van bron A in je hoofdboek hoort bij de opdrachten van bron A in je werkboek, de tekst van B hoort bij de opdrachten van B enz.

Als je de vertaling van een woord zoekt kijk dan…

  • in de vocabulairelijst van dat hoofdstuk (aan het eind van het hoofdstuk)
  • in de lexique (woordenlijst) in je hoofdboek (achterin het boek)
  • op www.vandale.nl
  • Tip: gebruik geen vage vertaalmachines via www.google.nl! Deze vertaalmachines maken vaak fouten.

 

Woorden en zinnen leren:

 

Verdeel de leerstof. Doe elke dag een paar woorden/zinnen, laat je overhoren (door je klasgenoot/vader/moeder). Is het een SO (schriftelijke overhoring), schrijf de woorden dan ook op. Is het een MO (mondelinge overhoring) noem ze dan gewoon op.

Bij het leren van Frans is het ook belangrijk dat je de woorden vaak opschrijft. Zo maak je een soort fotootje met je geheugen van het woord.

 

Uitspraak van de woorden: je boeken staan in de studiekit. In je boeken zit een rood prikkertje, als je hierop klikt kun je op de juiste bron klikken en naar de uitspraak van de zinnen luisteren.